Doe ik het? Of doe ik het niet? Wel, niet? Wel, niet? Altijd die eeuwige twijfel. Radeloos staart Pieter naar de met papierproppen bezaaide werkkamervloer. Stapels kladblokken had hij versleten, steeds weer nieuwe lijstjes. Nadelen links, voordelen rechts. Voordelen links, nadelen rechts. Het leidde tot niets. Sinds de Pieter-mania was uitgebroken, draaide zijn twijfelzucht overuren. Ook van de stapel zelfhulpboeken, goedbedoeld van aanhangers, werd hij geen steek wijzer. Urenlange gesprekken met zijn kleine kring van vertrouwelingen hadden de lucht niet geklaard. Zelfs zijn hanger met de druppelvormige tijgeroogsteen van De Blauwe Maan, dé spirituele winkel van Enschede, maakte hem niet minder twijfelaar.
Misschien had Dilan gelijk, durfde hij gewoon niet. Moest hij gewoon luisteren naar gezond-verstand-lieden als Gijp en Caroline, het aan een ander overlaten. In zijn rechtse voorkeurscoalitie – althans, tsja, was hij daar wel zo zeker van? – zitten zat gegadigden. Die willen tenminste graag. Zoals die andere verweesde oud-CDA’er uit Volendam, die na haar antivax-bekentenis wacht op het Haagse torentje.
Of medialieveling Dilan. Haar zucht naar het hoogste ambt is zo vurig dat ze zelfs de door haar zo gekoesterde Louis Vuitton-vluchttas van moedertjelief, het laatste restant van haar gezinsherenigingsverleden, zou opofferen voor de hoogste ministerpost. ‘Maar ik heb een voorkeur voor de Kamer’, brabbelde Pieter denkbeeldig tegen de 84 procent van zijn volgers die hem als premier willen. Als hij nu eens in de toekomst kon kijken. Eigenlijk geloofde hij niet in voorspellingen – daarom had hij zijn plannen niet laten doorrekenen, al twijfelde hij daar later ook weer over. Al googelend viel zijn oog op Medium Danielle, ‘voor al uw toekomstvoorspellingen, thuis of online, zeer discreet’.
‘Ik zie de mensheid de komende jaren gebukt gaan onder grote rampen’, sprak de vrouw, een mengeling van Jomanda en Greet Hofmans. ‘Ik zie een man in een torentje op de grond zitten. Om hem heen liggen rapporten, feitenrelazen, tijdslijnen, rode potloden. Zijn gezicht is bleek, ogen hol. Iemand bonkt hard op de deur: Doe open, je zit daar al drie weken.’
Pieter voelde het zweet langs zijn rug gutsen. Zou hij die man zijn? Zijn bovenlip begon te trillen terwijl de vrouw sprak. ‘Ik zie een groot grasveld, vol boze burgers. Ze willen huizen, maar de bouw ligt stil door een gebrek aan bouwvakkers omdat Oost-Europese arbeidsmigranten niet welkom zijn. Ik zie woedende ondernemers, die failliet gaan omdat internationale technici en wetenschappers Nederland mijden. Ik zie snelwegen vol tractoren met boze boeren en tuinders die niet kunnen oogsten, omdat er geen buitenlandse seizoenswerkers zijn.
‘Wanhopige ouders willen onderwijs voor hun kinderen, maar er zijn geen leraren. Kinderen willen zorg voor hun ouders, maar er zijn geen verpleegkundigen. Ik zie azc’s propvol vluchtelingen, ontsnapt aan overstromingen en oorlogen, maar door onuitvoerbare migratiebeloften niet geholpen. Bij abortusklinieken zie ik hordes religieuze pro-lifers vrouwen belagen. Het regent klachten vanwege een constitutioneel hof dat het werk niet aankan. En ik hoor een vicepremier met Vuittontas roepen: Pieter, zeg dat die vrouwonvriendelijke Stoffers ophoudt met zijn misogyne praatjes! En kom uit je kamer, nu!’
‘Gaat het wel liefje?’ In de deur van zijn werkkamer ziet Pieter het slaperige gezicht van zijn lieve vrouw. ‘Ben je eruit?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Wel een stellige voorkeur, maar ik kan niet alles scripten. Twijfel.’
Bron: De volkskrant, 10 november 2023