‘Beste Merel, ik ben Daniek. Voor een studieproject over fast fashion moet ik artikelen factchecken. In uw column schreef u dat we kleding maar zeven keer dragen. Welke bronnen had u?’
Na Daniek volgden gelijksoortige mails van andere communicatiestudenten. Deze feitenverificateurs in de dop legden mijn beweringen minutieus onder de loep.
Feiten van fictie kunnen onderscheiden, het is een belangrijke vaardigheid in het huidige tijdperk van desinformatie en fakenieuws. Een kwartiertje op TikTok of Instagram zegt genoeg. Mediagenieke influencers met hordes volgers profileren zich als zelfbenoemde medisch experts met de meest bizarre claims en beweringen. Alleen al op TikTok bevatten die 40 procent onbewezen of foute informatie, ontdekte consumentenprogramma Radar. Met alle gevolgen van dien. Piepjonge kinderen die huidproblemen riskeren door zich in te smeren met peperdure crèmes. Een dalende vaccinatiegraad en de pil in de ban. Of levensgevaarlijke kruiden waarvoor het RIVM onlangs nog waarschuwde, die dankzij Insta-charlatans grif over de toonbank gaan.
Tweederde van de Nederlanders heeft twijfels over online-informatie, liet het CBS deze week weten. Goed nieuws is dat ruim de helft zegt ook andere bronnen te checken, het hoogste percentage van de EU. ‘Desinformatie is vaak sensationeel, anti-establishment en emotioneel’, zegt Michael Hameleers, universitair hoofddocent aan de UvA. Dat heeft het effect dat we onbewust op desinformatie blijven klikken. Het algoritme doet de rest.
Eliot Higgins, oprichter van onderzoekscollectief Bellingcat, die donderdag in ons land deFour Freedom Awardontving, wijst in NRC op de enorme toename van desinformatie via sociale media, die bovendien steeds lastiger te ontmaskeren is. ‘Jongeren halen al hun informatie van smartphones. Zij zijn de kiezers van morgen. Als ze vanaf hun 11de alleen maar dit soort ranzige informatie tot zich nemen, is dat een fundamentele ondermijning van de democratie.’
Volgens Higgins is onderwijs het beste antwoord op de toenemende desinformatie. ‘Laat 11- en 12jarigen actief onderzoek doen naar kwesties in hun eigen omgeving. Leer ze ontdekken dat de waarheid wel degelijk bestaat.’
Ik ben het hartgrondig met hem eens. Digitale geletterdheid, waaronder mediawijsheid, is een must. In de eerste plaats voor leraren zelf, voor wie ChatGTP, AI en al die vernuftige online verleidingstactieken geen ver-van-mijn-bedshow mogen zijn. Ook ouders moeten aan de bak, net als de wetgever, die giftige algoritmen strenger moet reguleren.
Verontrustend is het gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef bij gezagdragers en machthebbers die zonder aarzeling ‘ik vind’ inruilen voor ‘het is zo’. Populistenpraatjes doen het goed in de Tweede Kamer en op sociale media, maar hebben wel een prijs. Ze verdelen de samenleving tot op het bot en creëren – zoals Higgins het zegt – ‘volwassen die zich nergens bij betrokken voelen en ontvankelijk zijn voor samenzweringstheorieën’.
Gelukkig checkt radioprogramma Feit of Fictie elke dag een bewering in de media. Deze keer die van LTO-voorman Ger Koopmans, die bij Nieuwsuur, pratend over het boeren-mestprobleem, beweerde dat de Nederlandse waterkwaliteit ‘fors is verbeterd’. ‘Fictie’, oordeelde het programma. De al belabberde waterkwaliteit is de laatste jaren op z’n best gelijk gebleven.
Na de mailtjes van het jonge factcheckerscollectief besloot ik mijn zeven-keer-dragenbewering nogmaals te onderzoeken. Hoewel wijdverspreid in de media, blijkt zij niet correct. Ook wij Nederlanders dragen onze kleren bepaald niet lang, maar de Britse conclusies op Nederland leggen, is te kort door de bocht. Dus Daniek en al die andere kritische studenten: blijf vooral mailen en schrijven. En checken!
Bron: De Volkskrant, 13 april 2024