‘Een verslaafde kun je wegzetten als een dief en een junk, wat letterlijk afval betekent. Dan focus je op de verschillen. Maar je kunt hem ook zien als jezelf: een man die door Eindhoven loopt, bezig is met overleven en met een eigen verhaal.’ In de Volkskrant-serie ‘Het Ideaal’ vertelt de Eindhovense politiechef Jallal Barta over het belang van taal in zijn werk en hoe taal hem helpt verbinding te maken. ‘Taal geeft betekenis aan iets of aan iemand, bepaalt of iets goed of fout is’, aldus Barta. Als kind op de basisschool hoorde hij zijn leraar zeggen: ‘Die Marokkaan moet niet denken dat hij met een diploma vertrekt.’
Mijn vriendin Fatima krijgt al haar hele leven drek naar haar hoofd geworpen, alleen omdat ze moslima is. ‘Na de minder-minder-uitspraak van Wilders werd het al erger’, vertelt ze. ‘Sinds zijn partij de grootste is, lijken zijn uitspraken een vrijbrief voor anderen om openlijk te discrimineren.’ Deze week nog. Toen Fatima naar haar werk fietste, begon een voorbijgangster uit het niets te schelden: ‘Stomme kut-Marokkaan, rot op naar je eigen land.’ Fatima zucht, moegestreden door vooroordelen en kwetsende woorden. ‘Soms denk ik: misschien moet ik maar weg. Maar dit is mijn land, hier ben ik geboren.’
Woorden zijn alleszeggend en woordkeuze doet ertoe. Spreek je over migrant of gelukszoeker, hoofddoek of kopvod, cultuur of linkse hobby, spreidingswet of dwangwet? Vaak genoeg herhaald, nestelt een woordframe zich in je hoofd en wordt het vanzelf normaal. Populistische politici weten dat als geen ander. Volgens Peter Burger, nepnieuwsexpert en gasthoofdredacteur van het themanummer Taalmanipulatie van Onze Taal, zijn woorden ‘meestermanipulators bij uitstek’. Van opgezwollen spierballenretoriek tot kleine, onopvallende verleidingsduwtjes – de menselijke manipulatietrukendoos is veelzijdig en geraffineerd.
‘De venijnigste manier van taalmanipulatie verloopt nagenoeg ongemerkt’, zegt Burger. ‘Via argumenten die op het eerste gehoor goed klinken, maar feitelijk niet kloppen.’ Listig verwoorde leugens om een kabinetsval te legitimeren, het omdopen van een opvangcrisis tot een asielcrisis.
Een ander gevaar komt van wat hoogleraar sociale en politieke taalfilosofie Jennifer Saul fig leaves noemt. Respectabele woorden, die discriminerende of kwetsende opvattingen verhullen, zoals vijgenbladen Adams en Eva’s naaktheid bedekken. Zie Trump, die sommige Mexicanen ‘goed’ noemde als vijgenblad voor zijn racistische ‘alle Mexicanen zijn verkrachters’. Of Wilders, die bij de rechter beweerde dat hij met ‘minder Marokkanen’ op criminele Marokkanen doelde. Volgens Saul geven vijgenbladen ons de kans om verachtelijke sentimenten te onderschrijven, zonder dat we onszelf als racistisch hoeven zien. Ze rekken de norm van aanvaardbare taal op en veranderen het publieke discours. Sluipenderwijs, maar ontegenzeggelijk.
De Joodse literatuurwetenschapper Victor Klemperer schreef na de oorlog in zijn boek LTI – De taal van het Derde Rijk: ‘De grootste invloed ging niet uit van toespraken, ook niet van artikelen of vlugschriften, aanplakbiljetten of vlaggen, van niets dat men met bewust denken of bewust voelen in zich op moest nemen. Het nazisme stroomde in het vlees en het bloed van de massa via de afzonderlijke woorden, de zinswendingen, de zinsvormen; het drong zich op door miljoenen herhalingen, die automatisch, onbewust, werden overgenomen.’
Het brengt me terug bij de Eindhovense politiechef Barta. ‘Vaak wordt er gezegd: het was maar een grapje – dat is de grootste witwasmachine bij ons. Dat wil ik niet hebben, dan treed ik op.’ Ik gun ons de komende tijd meer Barta’s.
Bron: De Volkskrant, 1 juni 2024