
Het was een goede week voor Marjolein Faber. De ministerraad, inclusief de zelfbenoemde redders van de rechtsstaat – het NSC-smaldeel – steunde zonder enige bedenking haar fel bekritiseerde asielwetten. Geen spoor van twijfel, ondanks een briesende Tweede Kamer die haar ‘een bord voor de kop’ en ‘bananen in de oren’ verweet, en ‘een betonnen muur’ die in de Eerste Kamer dreigt. De PVV-minister zit zelfverzekerd op het pluche. Zeker nu schijnpremier Schoof weer is aangelijnd, na wat wapengekletter over Europese defensieplannen en een ‘constructief gesprek’ in de coalitie. En alsof dat niet genoeg feestvreugde was, kwam ook de EU nog met plannen waar haar PVV van smult. Heuse asielzoekersdeportatiecentra, eufemistisch return hubs (terugkeerhubs) genoemd.
Return hubs, u kent ze wel. Elke zichzelf respecterende webshop zweert erbij. Ergens in niemandsland in een groot steriel magazijn, felverlicht en vol lopende banden, wordt uw foute, kapotte en afgedankte spullenprobleem opgelost. Goedkoop en reuze efficiënt, zo’n hub. Het logistieke wonderkind van onze kapitalistische consumptiemaatschappij. Als het voor spullen kan, dan ook voor mensen, moet EU-commissaris Magnus Brunner hebben gedacht. Buiten het zicht van ons fijne, for-members-only-continent. In een land dat flink afschrikwekkend is, maar ook de mensenrechten onderschrijft – op papier dan. Oeganda bijvoorbeeld.
Definitief zonder verblijfsvergunning, dan is je bestemming de terugkeerhub. All-in met begeleiding voor een soepele terugkeer, beloofde de EU-commissaris plechtig. In Oeganda? Vluchtelingenorganisaties wijzen op dramatische voorbeelden. In Libië worden vluchtelingen als slaven verkocht. In Tunesië jagen ze migranten de woestijn in. Het mensenrechtenagentschap van de EU uit grote twijfels over eerlijke procedures buiten Europa. Bovendien, terugkeer naar wat? Velen kunnen nergens heen. Weigerachtige landen vinden altijd wel een reden: geen juiste papieren, verlopen staatsburgerschap, verkeerde sociale klasse. Tot nu toe hebben EU-acties die terugkeer moeten afdwingen weinig resultaat.
De staatlozen zijn een geval apart. Alleen in Nederland minimaal zesduizend, in Europa ruim een half miljoen. Als staatloze heb je geen land van herkomst om naar terug te keren. Omdat jouw geboorteland je niet als staatsburger erkent, zoals in geval van de Rohingya in Myanmar. Of omdat het, zoals de Sovjet-Unie, simpelweg niet meer bestaat. Dan kun je niet terug, onmogelijk.
Igor (62) en Galina (60) – hij arts, zij tandarts – vluchtten in 1990 uit hun geboorteplaats Donetsk voor represailles van de Sovjets, naar Amerika. Ze werkten en woonden er zeventien jaar. Tot ze plots op het vliegtuig werden gezet naar Oekraïne, inmiddels een onafhankelijke staat. Maar Oekraïne accepteerde hen niet: hun Sovjet-paspoorten waren waardeloos. Vanwege een tussenstop op Schiphol moesten ze naar terug Nederland. Dat is zeventien jaar geleden. Jarenlang geen werk, geen verzekering, geen huis, geen erkenning. Het heeft hen gesloopt. ‘We zijn als een pakketje dat door niemand is opgehaald’, zegt Igor. Vorig jaar gaf de Raad van State het echtpaar eindelijk gelijk. Maar de IND en Faber vonden iets nieuws. Het door Rusland bezette Donetsk is weliswaar gevaarlijk oorlogsgebied, elders in Oekraïne is vast nog plek. Oekraïne, waaruit Nederland juist vluchtelingen opvangt en waarnaar het niemand terugstuurt.
Het deert Faber niet. Terugkeer is haar toverwoord. Zie de flyer voor Syriërs waarin de PVV’er oproept het Suikerfeest vooral ‘thuis’ te vieren, gezellig tussen de brokstukken van veertien jaar oorlog en nieuw geweld. Waarschijnlijk laat ze alweer nieuwe flyers drukken, voor als er een dertigdaags staakt-het-vuren komt in Oekraïne. Ik hoor Faber al opgetogen roepen: ‘Pasen vieren thuis? Wij helpen u graag met uw terugkeer.’
Bron: De Volkskrant, 15 maart 2025