Column in De Volkskrant, 13 oktober 2023

Column in de Volkskrant

Oorlog in Syrië, in Oekraïne, in Nagorno-Karabach, en nu weer tussen Hamas en Israël. Hoeveel slecht nieuws kan een mens aan?’ De jonge vrouw van het koffietentje zucht diep. Maanden was ze clean. Nieuwssites, Facebook, tv en krant, alles in de ban. En het werkte. De neerslachtigheid waaronder ze gebukt ging, verdween. Tot ze van een vriendin hoorde over het weerzinwekkende geweld in Israël en Gaza. ‘Hoe kon ik zomaar doorleven en dit niet weten? Ik voelde me opeens zo schuldig.’ Dus installeerde ze alle apps weer op haar mobiel en begon als een dolle te doomscrollen, van het ene afgrijselijke nieuwsbericht naar het andere. Toen kon ze het niet langer aan. Dit keer stopte ze ‘voorgoed en voor altijd’.

De jonge vrouw is niet de enige die cold turkey afkickt. Volgens het Commissariaat voor de Media mijdt zo’n 27 procent van de Nederlanders het nieuws. En dat zijn lang niet allemaal ‘afgehaakte burgers met weinig kennis’, zegt Kiki de Bruin, die op het onderwerp nieuwsmijding promoveert. Heel vaak zijn het mensen die het nut van informatie best inzien, maar de huidige nieuwsoverload emotioneel te belastend vinden of om een andere reden bewust kiezen voor een nieuwsstop. ‘Nieuws is voor het brein wat suiker is voor het lichaam’, schrijft Rolf Dobelli in zijn bestseller Het nieuwsdieet. Al jaren predikt de Zwitser een nieuwsloos leven. De continue stortvloed van slecht nieuws, waarop je als individu toch geen invloed hebt, leidt tot machteloosheid, neerslachtigheid en angsten. Waarom zou je dat willen?

Misschien geen gek idee, zo’n slechtnieuwsstop. Voor de broodnodige rust en reflectie in het leven of als voorbehoedsmiddel tegen korte lontjes en te veel cortisol. Maar is het ook verstandig? Immers, wie de poorten naar alle ellende elders in de wereld hermetisch afsluit omdat het zich toch buiten de eigen stoeptegel afspeelt, ontneemt zichzelf niet alleen de kans op empathie voor de slachtoffers, maar ook op verontwaardiging over het geweld. En daarmee een belangrijk waarschuwingssignaal voor polarisatie en conflict op eigen bodem, die onder de eigen stoeptegel vaak vruchtbaarder blijkt dan hij aanvankelijk leek.

Moeten we het beest dan maar in de bek blijven kijken, ook als je er machteloos of zelfs ziek van wordt? Of is de oplossing simpelweg meer ‘goed’ nieuws, waarmee media momenteel experimenteren?

Ook later op school blijft het gesprek met de jonge vrouw van het koffietentje door mijn hoofd spoken. Tot ik plots word opgeschrikt door de stem van Kamel. ‘Juf, ik heb mijn boek over de Moren uit.’ Sinds de geschiedenislessen over de Middeleeuwen is het jongetje volledig in de ban van de Moren. ‘Ik ben moslim, juf. Dus ik ben een Moor’, roept hij al weken. Elke pauze speelt hij in het bos ‘de Moren tegen de Franken’. Moet ik me zorgen maken? Neemt Kamel het allemaal niet te letterlijk?

‘Wat dacht je hiervan?’, zeg ik als we voor de boekenkast staan. ‘Dit boek gaat over kinderen die zijn gevlucht, net als jij.’ Kamel schudt zijn hoofd. ‘Nee juf, ik wil dat boek!’ En zonder dat hij het doorheeft, geeft het jongetje me precies wat ik nodig had: hoop, het tegengif voor slechtnieuwsvergiftiging. Zijn vinger wijst naar het dagboek van Anne Frank.

Bron: De Volkskrant, 13 oktober 2023