Column in De Volkskrant, 14 september 2024

Op het digibord staat een plaatje van een fiets. ‘Deze fiets heeft twee wielen’, zeg ik tegen mijn groep 6. ‘Steek je hand op als je denkt dat mijn bewering klopt.’ Alle handen vliegen direct de lucht in. Behalve een, die van Tom. ‘Het klopt niet, juf’, zegt hij. ‘Die fiets heeft drie wielen, u bent het tandwiel vergeten.’

Kinderen kritisch leren nadenken: ik zie het als een van mijn belangrijkste opdrachten. Wat is waar en wat niet? En hoe weet je dat zo zeker? Maar eenvoudig is het niet, waarheidsvinding in het hedendaagse informatietijdperk waarin we elke dag worden bedolven onder een vloedgolf aan woorden en beelden.

Te meer omdat ons brein ons ook nog eens gemakkelijk misleidt, zoals
wetenschapsfilosoof Ton Derksen in zijn boek Waarheidsvinding beschrijft. ‘Snelheid staat voorop als wij naar kennis zoeken, niet de waarheid’, aldus Derksen. Een evolutionaire erfenis. ‘Als het om meer ingewikkelde zaken draait, gaan we snel de fout in. Denk aan politiek, wetenschap en recht.’

Daarnaast hechten we volgens Derksen steevast meer geloof aan wat in ons wereldbeeld past dan wat ons vreemd is, waarbij algoritmes op sociale media ervoor zorgen dat we bevestigd worden in onze overtuigingen. Zo hoeft zelfs iemand die gelooft dat de aarde plat is zich niet langer een eenzame zonderling te voelen. Op internet zijn mede-gelovigen snel gevonden.

En helaas, onwaarheden verspreiden loont. Liegen voor spektakel is als suiker voor de geest. Vroeger beperkte het zich tot een roddelblaadje bij de kapper of gesmoes bij het koffieapparaat. Nu bereiken leugens en achterklap ons in een click en een zucht, overal en altijd. Gevaarlijk; inmiddels gelooft een op de vijf Nederlanders in complottheorieën.

Wat liegen en bedriegen betreft. Afgelopen dinsdag was opperleugenaar Donald Trump weer in topvorm, raaskallend over vluchtelingen die huisdieren opeten en Democraten die zelfs na een geboorte abortus nog toestaan. Maar dit keer kon hij niet straffeloos zijn drek blijven dumpen.

Voor het oog van 67 miljoen Amerikanen werd zijn kulverhaal direct gepareerd door de moderatoren van nieuwszender ABC. Weliswaar een fractie van de meer dan dertig flagrante leugens die CNN-factcheckers na het debat opspoorden, maar wat een verademing!

‘Een beter-dan-normale-nacht voor de waarheid’, verwoordde Guardian-columnist Margaret Sullivan het treffend. Eindelijk lik op stuk door journalisten. Hoog tijd, volgens schrijver Kasper C. Jansen, want waarheidsverwaarlozing door journalisten gebeurt volgens hem nog te vaak en te veel. ‘Waar je de feiten aan onterechte twijfel blootstelt door hen zonder onderscheid naast leugens te plaatsen, krijgen de leugens er juist cachet door’, aldus Jansen vorige week in de Volkskrant in een essay naar mijn hart. ‘Hoe kunnen we van alle burgers verwachten dat ze consequent en luidkeels op de feiten hameren, als de journalisten die hen informeren het niet consequent doen?’, vraagt hij zich terecht af.

Jansen pleit ervoor waarheidsverwaarlozing in al haar vormen te verbannen uit de journalistiek. Hopelijk is de moedige stap van nieuwszender ABC voor de Nederlandse redacties een aanmoediging daartoe. Waarheidsvinding; niet als optie indien er nog tijd of geld is, maar een conditio sine qua non. Dat vereist niet alleen meer prioriteit voor (feiten)onderzoek, maar bovenal het lef om de lokroep van sensatiepolitiek te weerstaan. Want tijd om te wachten totdat factchecker Tom uit mijn klas zover is om hun gelederen te versterken, is er niet.

Bron: De Volkskrant, 14 september 2024