Column in De Volkskrant, 15 juni 2024

‘Goedemiddag, u spreekt met Peters van beleggingsfirma Sis Capital Partners’. De vrouw aan de andere kant van de lijn bedankt Karel voor zijn interesse in hun aandelenpropositie. ‘Interesse?’, schiet het door hem heen. ‘O ja, ik had op een advertentie geklikt en mijn telefoonnummer achtergelaten.’

‘Het leek allemaal zo betrouwbaar’, vertelt Karel achteraf. Dus maakte hij zonder argwaan zijn eerste 1.000 euro over. ‘Steeds werden mijn aandelen meer waard en steeds raadde de vriendelijke ‘aandelenexpert’ mij aan geld bij te storten.’ Tot op een dag de vrouw niet meer belde, de website van het beleggingsbedrijf niet meer bestond en al zijn spaargeld weg was.

Oplichters zijn meesters in list en bedrog. Verschijningsvormen zijn gevarieerd: QR-codefraude, voorschotfraude, datingfraude, WhatsAppfraude, spoofingphishingPig butchering is de laatste loot aan de stam. Op datingapps worden mensen verleid om te investeren in cryptomunten. Beladen met emoji’s en lieve woordjes helpt de woest aantrekkelijke partner-in-spe wel even met de crypto-investering. En weg zijn je zuurverdiende euro’s.

Wie denkt ‘dit overkomt mij niet’, kan bedrogen uitkomen. ‘We zijn geen domme mensen. We hebben ons hele leven horecazaken gehad’, zeggen Gabrielle (62) en Nico Jacobs (72) in NRC. De krant ontdekte dat de goedgevulde spaarrekeningen van klanten van smartphonebank Bunq een ideaal phishingdoelwit bleken voor oplichters. De Jacobsen verloren 40 duizend euro.

Een op de zes mensen wordt slachtoffer van fraude, waarvan het overgrote deel online geschiedt. Met gemiddeld 20 tot 25 duizend euro is de schade bij beleggingsfraude het grootst. Hoewel volgens het CBS jongeren tussen 15 en 25 jaar anderhalf keer zo vaak de dupe zijn van online-criminaliteit als 65-plussers, is vrijwel niemand onschendbaar voor online zwendelarij. Jongeren, ouderen, theoretisch of praktisch opgeleid, man en vrouw vallen ten prooi aan oplichters online. Toch doen velen geen aangifte. ‘Mensen krijgen vaak te horen: hoe heb je zo dom kunnen zijn’, zegt Jos Kerssen, woordvoerder van de Fraudehelpdesk.

Gabrielle en Nico zeggen eerlijk in NRC ‘zich dood te schamen’ dat ze ’s avonds in bed op een linkje klikten. Naast die schaamte en het verlies van euro’s, zijn er ook schuldgevoelens. Slachtoffers houden het leed voor zichzelf, maar het achtervolgt hen wel. De gêne om er over te praten is te groot.

Ook bij Karel. Tot zijn vrouw aandrong: ‘Je moet er met iemand over praten.’ Hij was depressief en kwam de deur niet meer uit. ‘Ze was bang dat ik mezelf iets aan zou doen.’

Geen aangifte. Niet durven praten. Het gevolg van het taboe dat rondom oplichting hangt. En van victim blaming, waarvan de directeur van Bunq recentelijk een staaltje liet zien: ‘Het is alsof je buiten op straat iemand je autosleutels geeft. Dan is je auto weg’, zei Ali Niknam als reactie op de miljoenenfraude bij zijn bank. Klanten zouden ‘keer op keer’ waarschuwingssignalen hebben genegeerd. ‘Als iemand belt, is het nooit Bunq.’ Ofwel: eigen schuld, dikke bult.

Een banktopman die schaamteloos voorbijgaat aan schaamtegevoel van slachtoffers. Sterker nog, het er nog even inwrijft. Beter wijst Niknams beschuldigende vinger naar zichzelf. Hij was het die beloofde: ‘Met onze bank-app geven we klanten de totale controle over hun geld. Gewoon door een paar klikken op je telefoon.’ Maar zoals altijd: als het te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het dat ook.

Bron: De Volkskrant, 15 juni 2024