Column in De Volkskrant, 19 oktober 2024

‘Dat gezeik bij die gemeente, het drijft me tot waanzin!’ Met een verhit gezicht stormt Karin de lerarenkamer binnen. ‘Wil je een steentje bijdragen aan het verminderen van de woningnood en de exploderende zorgkosten, dan wordt het je gewoon onmogelijk gemaakt.’

Karin probeert al maanden een vergunning te krijgen om het huis van haar 80-jarige vader om te bouwen tot een kangoeroewoning. Zij en haar gezin wonen dan op de bovenverdieping en haar vader beneden, met eigen voordeur, keuken en badkamer. Als vader meer hulpbehoevend wordt, is Karin dichtbij.

Precies zoals overheidsbeleid voorstaat, maar open armen van haar gemeente krijgt ze niet. Wie zijn huis wil splitsen in een pre-mantelzorgwoning, ziet alle stoplichten in het stadhuis direct op rood springen. ‘Alsof ik een illegale pandjesbaas ben, die het huis volpropt met arbeidsmigranten.’

De kranten staan vol met gefrustreerde mantelzorgers in spe die alvast met hun ouders willen gaan samenwonen. Ze lopen vast in een moeras van regels en bezwaren. Moeder is niet slecht genoeg, een huisje in de achtertuin mag wel maar woningsplitsing niet. Of de gemeente heeft überhaupt geen beleid.

De gemeente Utrechtse Heuvelrug dreigde mantelzorger Wim Verheul zelfs met een megaboete van 6.000 euro per week. Wims 90-jarige moeder woont in een aanbouw en zijn bejaarde schoonouders op het erf naast het huis. Verboden, aldus de gemeente. Maar één mantelzorgwoning mag, dus of Wim maar even zijn moeder óf zijn schoonouders op straat wilde zetten.

Dankzij publiciteit wist Wim dit te voorkomen, maar de regels laten een dergelijke oplossing officieel nog niet toe. Zijn oproep bij RTV Utrecht: ‘Er moet ruimte komen om op zo’n manier voor familie te zorgen.’

In 2040 telt Nederland ongeveer 2,6 miljoen 75-plussers. Een recordaantal mensen dat niet alleen zorg, maar ook woonruimte nodig zal hebben. Tien jaar voor het zover is, wil het kabinet 290 duizend extra ouderenwoningen hebben gebouwd. Maar hoe en in welke vorm blijft een raadsel, werd deze week weer duidelijk tijdens het Kamerdebat over de ouderenzorg.

In Zuid-Europese landen als Spanje en Italië leven families al generaties lang samen. Inmiddels neemt, geholpen door de woningcrisis, ook in Nederland de behoefte aan dit ‘intergenerationeel wonen’ toe. Architect Auguste van Oppen, ontwerper van gemengde woonwijken, weet: ‘Als je jong en oud mengt, blijven mensen geestelijk vitaler. Het geeft meer vreugde in het leven, mensen blijven langer gezond en maken daarbij minder aanspraak op het zorgapparaat.’

‘Zorgen over wonen is nu de voornaamste reden dat mensen bellen’, vertelde Fleur Kusters van MantelzorgNL bij RTL. ‘Als de mantelzorg er al is, is best wat mogelijk. Maar juist die situatie vóór zijn, blijkt op veel plekken moeilijk.’

Volgens haar zijn niet alle gemeentes in Nederland terughoudend in het meedenken bij mantelzorg of pre-mantelzorgwoningen. Maar het zijn er nu nog geen zeventig, veelal de kleine gemeentes. Vaak zetten (grote) gemeentes liever in op dat ene veelbelovende bouwproject van honderden ouderenwoningen, dan kralen rijgen met individuele (pre-)mantelzorgwoningen.

Van al die grootse bouwplannen komt alleen nog niets terecht. Afgelopen jaar slechts 3.000 van de benodigde 290 duizend ouderenwoningen. Terwijl er tienduizenden plekken – wie weet meer? – zijn die snel geschikt kunnen worden gemaakt voor een (pre-)mantelzorgwoning. En daarmee kunnen we met velen een serieuze bijdrage leveren aan het oplossen van de complexe woon-zorgpuzzel van onze vergrijzende maatschappij. De potentie is er, nu de wil nog.

Bron: De Volkskrant, 19 oktober 2024