Zovelen die hun vertrouwen in de gevestigde politiek – en daarmee de overheid – hebben verloren. Hoe heeft het zover kunnen komen? Menig journalist, opiniemaker en wetenschapper buigt zich sinds 22 november over die vraag. Al tijden manifesteerde zich groeiende onvrede onder grote groepen burgers. Niet alleen in vertrouwensonderzoeken, demonstraties op het Malieveld en omgekeerde vlaggen, maar ook in steeds weer een andere, explosief opkomende politieke partij die ‘terug naar het betere vroeger’ beloofde. Hoe kon het ons toch zo overvallen?
Gebrek aan grip op het eigen leven is een belangrijke bron voor maatschappelijk onbehagen, schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het deze week gepresenteerde rapport Grip. De overheid moet zich meer richten op het vergroten van persoonlijke controle, vindt de raad. Het ervaren van onvoldoende zelfbeschikking kan leiden tot gezondheidsproblemen, eerder overlijden en zelfs complotdenken. ‘Gebrek aan grip gaan mensen compenseren door hun heil te zoeken bij sterke of autoritaire leiders. Of door te denken in termen van vijanden of zondebokken’, zegt adviserend WRR-raadslid Bovens in NRC.
Onzekerheid raakt ons allemaal, maar sommige groepen onevenredig hard. Zoals jongeren en mensen met lage inkomens. Ze kampen vaker met een lage baanzekerheid door tijdelijke arbeidscontracten, een gebrek aan betaalbare (huur)woningen of ze wonen in buurten die verpauperen. Wijken waar ze structureel burenoverlast ervaren of zich door de komst van mensen uit andere culturen niet meer thuis voelen. Al het politieke wensdenken over zelfredzaamheid ten spijt. In tegenstelling tot mensen die er warmer bij zitten, ontbreekt het juist deze groep vaak aan tijd, geld én mogelijkheden voor meer eigen regie in het bestaan.
Zoals bij Ruben. Hij werkte als installatiemonteur in de bouw. Na een ongeluk belandde hij in een rolstoel. ‘Van de gemeente moest ik de rolstoel uit het standaardpakket kiezen, maar daarvan kreeg ik nog meer klachten.’ Maar een rolstoel op maat? Ruben zucht: ‘Het duurt allemaal zo lang. Steeds weer een andere Wmo-consulent die ik opnieuw mijn verhaal moet vertellen. Ik heb het opgegeven.’
Of Jenny. Haar zoontje met autisme kan vanwege zijn extreme prikkelovergevoeligheid geen vast voedsel eten. Hij heeft een maagsonde. Sinds kort kampt het jongetje ook nog eens met slaapproblemen. De dokter schreef medicatie voor. ‘Alleen een pil wordt vergoed, het vloeibare spul niet’, vertelt Jenny ten einde raad, ‘maar een pil kan niet door een sonde.’ De alleenstaande moeder betaalt nu maandelijks 77 euro uit eigen zak. Geld dat ze niet kan missen.
Geheel terecht dus dat de WRR zo hartstochtelijk pleit voor meer grip op de persoonlijke situatie, bijvoorbeeld door minder rigide toepassing van regels. Of door meer werkelijke inspraak bij projecten in de eigen leefomgeving. Bovens waarschuwt echter ook: ‘Grip is soms een zero-sum game’, zegt hij. ‘Meer grip voor de een, is minder grip voor de ander. Dat betekent dat burgerparticipatie niet altijd de oplossing is voor onbehagen, maar dat zelfs kan vergroten.’ Ofwel, onbezonnen alle ballen op burgerparticipatie betekent vooral meer controle en voordeeltjes voor de kapitaalkrachtige happy few.
Voor eenieder die zich momenteel vertwijfeld afvraagt hoe het verder moet, sluit de WRR af met een helder advies: ‘Misschien wordt het tijd om het discours van ‘eigen verantwoordelijkheid’ te vervangen door een discours van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’, met ‘grip op het leven’ als richtinggevend ideaal.’
Laat het woordje ‘misschien’ maar weg, zou ik zeggen.
Bron: De Volkskrant, 2 december 2023