Column in De Volkskrant, 20 april 2024

Column in De Volkskrant

‘Bent u die idiote conductrice, die omriep dat we op tijd zouden zijn?’ Op 20 centimeter van mij staat op het perron een man in kaki regenjas, een aktentas in zijn hand. Zijn ogen spuwen vuur. Een priemende vinger komt dreigend dichtbij. ‘Kunnen ze bij de spoorwegen niet zorgen voor conducteurs die wél kunnen nadenken?’ schreeuwt hij. Zijn speeksel belandt op mijn uniform. Tot tien tellen en diep ademhalen, spreek ik mezelf toe.

Ruim tien jaar geleden was dit, maar ik herinner het incident tijdens mijn conducteursstage vanuit het NS-bestuur nog als de dag van gisteren. Het is er niet beter op geworden, vertellen mijn oud NS-collega’s. Treinpersoneel uitschelden, bespugen, bedreigen of zelfs te lijf gaan, het lijkt het nieuwe normaal. Alleen omdat de trein te laat vertrekt, je stil moet zijn in de stiltecoupé of je voeten van de bank af moet halen. Zondag werd een conducteur geschopt, geslagen en van de trap gegooid door een groepje jongeren. NS luidt de noodklok en zet zaterdag om 22.30 uur alle treinen drie minuten stil.

In 2023 waren er 1.024 geweldincidenten op het spoor, een aantal dat al jaren stijgt. Agressie tegen politiepersoneel blijft onverminderd hoog. Twaalfduizend gevallen, werd deze week bekend. Driekwart van het zorgpersoneel, de helft van lokale politici, eenderde van de ambtenaren, allemaal kregen ze te maken met een vorm van agressie, bedreiging of intimidatie. Twee keer zo veel als het gemiddelde in alle EU-lidstaten. We zijn de Europese koploper hufterigheid.

‘Agressie vormt voor steeds meer mensen een aanlokkelijk middel om hun doel te bereiken’, zegt agressie-expert Caroline Koetsenruijter. Ook zogenaamd ‘keurigen’ bedienen zich zonder pardon van intimidatieterreur. De vader die onder dreiging van publiciteit de leraar onder druk zet voor een hoger schooladvies voor dochterlief, of de vrouw die met veel kabaal haar teenwrat met voorrang behandeld wil hebben vanwege haar aanstaande vakantie. ‘Agressie werkt, én je komt ermee weg.’

Kan het tij nog gekeerd? Koetsenruijter denkt van wel: ‘We moeten ervoor zorgen dat agressie niet langer loont.’ Stoppen dus met gedogen en niet langer wegkijken. Verhuftering niet verwarren met vrijheid van meningsuiting, zoals zolang is gedaan. We moeten achteloosheid verruilen voor alertheid en daadkracht. Collectief opstaan tegen geweld, in plaats van het probleem afschuiven op de individuele frontliniemedewerker, door het te laten bij een enkele weerbaarheidstraining voor het slachtoffer in spe.

Lik-op-stuk beleid, niet alleen bij fysiek geweld, maar ook bij intimidatie en scheldpartijen. ‘Binnen 48 uur een stopgesprek met de agressor’, zegt Koetsenruijter. ‘Duidelijk maken dat als het nog eens gebeurt, iemand niet meer welkom is.’ Normen herstellen en koesteren, het werkt preventief.

Ook moeten veiligheid- en ordemedewerkers extra bevoegdheden krijgen zoals een ID-check. De NS vraagt er al jaren om. Bij het Rotterdamse vervoersbedrijf RET al de gangbare praktijk, dankzij de Rotterdamse driehoek- burgemeester, officier van justitie en politiechef. Daadkracht waar de Haagse politiek nog maar weinig van begrijpt, bleek woensdag in de Kamer. Demissionaire bewindslieden Heijnen en Van der Burg blijven zich verschuilen achter juridische voetangels.

‘Trek het je maar niet aan’, zei Koos, mijn opleider en al zijn hele leven hoofdconducteur, destijds. ‘Agressie hoort, vrees ik, bij ons vak.’ Maar dat het hoort niet, bij geen enkel vak. Na de drie minuten stilstaan kan maar één conclusie resteren: geen woorden meer, maar daden.

Bron: De Volkskrant, 20 april 2024