‘Nicht spicken!’, riep Carl Sicherer tegen zijn leerlingen als zij probeerden tijdens hun examens af te kijken. De Duitser, die van 1850 tot 1880 lesgaf in Leiden, heeft een blijvende invloed op het Nederlandse schoolvocabulaire, weet het online-geschiedenismagazine Historiek. Stechelen, foetelen, kiepen en smokkelen – destijds gangbare uitdrukkingen voor afkijken – maakten plaats voor het hedendaagse spieken.
Spieken is van alle tijden. Maar niet onschuldig als het de kinderlijke naïviteit ontstijgt en er sprake is van een patroon van structureel bedrog. Deze week moest accountantskantoor Deloitte met de billen bloot, terwijl eerder al honderden accountants van concurrent KPMG geknoeid bleken te hebben bij hun wettelijk verplichte bijscholing, waaronder nota bene toetsen op het vlak van integriteit. Het gesjoemel bleek overigens niet alleen schering en inslag bij overwerkte junioren. Bij Deloitte stapte de hoogste accountantsbaas op, terwijl bij KPMG de voorzitter van de toezichthoudende (!) commissarissen moest gaan. Over voorbeeldfunctie gesproken.
Waarom is juist examenfraude door een accountant zo kwalijk en schadelijk? Accountant is niet zomaar een beroep, het heeft een publieke vertrouwensfunctie. (Middel)grote bedrijven en organisaties hebben de wettelijke verplichting hun financiën te laten controleren door de gecertificeerde rekenmeesters. Hun handtekening is dus niet zomaar een krabbeltje, die staat ergens voor: betrouwbaarheid en integriteit. Tenminste, dat is het idee. Maar wat is een handtekening waard als diegene die hem plaatst zijn eigen onkreukbaarheid met een korreltje zout neemt?
De leugens van machtigen zorgen voor wantrouwen jegens regeringen en bedrijven, schrijft filosoof Sam Harris in zijn boekje Waarom je nooit moet liegen. ‘Leugens zijn het sociale equivalent van giftig afval – iedereen wordt mogelijk geschaad door hun verspreiding.’ Zolang mensen met een maatschappelijke voorbeeldfunctie denken weg te kunnen komen met leugens of niet-integer handelen, zal het publieke vertrouwen blijven dalen. Meer dan 62 procent van de Nederlanders vindt nu al dat het de verkeerde kant op gaat, peilde het SCP, tegenover 46 procent vorig jaar. Wanneer onze hoogste leiders ‘liegen geen doodzonde vinden’, zich bonnetjes, sms’jes, dividendbelasting-memo’s en gesprekken over functies elders niet weten te herinneren, blijven kiezers hun intenties wantrouwen. Niet voor niets zien zovelen in Omtzigt een heiland – het levende bewijs op aarde van eerlijkheid. Politicoloog Tom van der Meer zegt het treffend: ‘We zitten niet in een vertrouwenscrisis, maar een betrouwbaarheidscrisis.’
Vertrouwen win je niet met gladde praatjes, maar door betrouwbaar gedrag. En daar ontbreekt het helaas nog regelmatig aan, zowel bij politici als accountants. Als antwoord op aanhoudende boekhoudschandalen kwam de accountantsberoepsgroep alweer negen jaar geleden met 53 beterschapsbeloften om kwaliteit, gedrag en cultuur te verbeteren. Er blijkt nog weinig van terechtgekomen. Ik denk dat ik wel weet waarom. Geholpen door de wettelijke verplichting en het nog altijd uitdijende takenpakket voor een beperkt aantal grote firma’s, vliegt het werk de rekenmeesters als gebraden kippetjes in de mond. En als er fundamenteel niets verandert, blijft het lucratieve verdienmodel belangrijker dan het publieke belang. Dan blijven de schandalen komen.
Begin november presenteren de door de minister van Financiën aangestelde ‘kwartiermakers toekomst accountancysector’ hun eindrapport met adviezen voor structuur- en cultuurveranderingen. Graag attendeer ik ze op hetgeen docent Carl Sicherer in zijn Duitsch-Nederlandsch woordenboek over ‘spicken’ schreef: Larderen, met spek doorrijgen, spekken, wat overdrachtelijk plagiaat plegen of afkijken betekent. In de accountantswereld is het hoog tijd om het spek en de kat voorgoed uit elkaars buurt te houden.
Bron: De Volkskrant