Kent u dat gevoel? Dat de werkelijkheid zo bizar is dat het lijkt of je in toneelstuk zit? Zoals tanks die een buurland binnenvallen. Of jonge meiden die vanwege een niet goed zittende hoofddoek worden mishandeld. Of dichter bij huis, een kinderboekenschrijver die met de dood wordt bedreigd vanwege een verhaal. Haatdragende burgers die er plezier in scheppen om een minister te intimideren met brandende fakkels. Ik knijp regelmatig in mijn arm in de hoop dat het fictieve scènes zijn uit een slecht geacteerd treurspel. Helaas, niets is minder waar.
Ook het tegenovergestelde gebeurt. Een toneelstuk, zo actueel en indringend vertolkt dat het werkelijkheid lijkt. Dat overkwam me vorige week, in de Haagse Schouwburg bij Coriolanus, de Shakespearetragedie over de onverschrokken Romeinse veldheer Caius Marcius Coriolanus. Voor het eerst gespeeld door een vrouw, de 28-jarige actrice Yela de Koning.
Na een succesvolle oorlog wordt Coriolanus in het door graantekorten geteisterde Rome als heldin onthaald door het volk. Een glansrijke politieke carrière en benoeming tot consul liggen in het verschiet. Tot ze weigert het volk te vleien, een vereiste voor het hoogste ambt. De briljante generaal, wars van naar-de-mond-praterij, wil zich niet conformeren aan het wispelturige volk. Coriolanus valt uit de gratie. Opgehitst door populistische parlementariërs bestormt een briesende mensenmassa het Capitool en dwingt verbanning van de generaal af.
Waarom stelt die vrouw zich zo principieel en star op?, dacht ik tijdens de voorstelling. Met wat meer empathie zou ze minder haat ontvangen. Ik begon me steeds meer te ergeren aan Coriolanus. Tot mijn schrik besefte ik dat dit precies is wat er altijd gebeurt bij sterke vrouwen, zeker als ze zich niet conformeren aan het stereotiepe vrouwbeeld. ‘Denkt u weleens: misschien ligt het ook aan mij?’, vroeg Jeroen Pauw aan minister Kaag, te gast bij de talkshow Khalid & Sophie om te spreken over haar ervaring in Diepenheim, waar ze ‘warm’ was ontvangen door boze demonstranten. Onder het mom van een journalistiek ongemakkelijke vraag liet Pauw een staaltje schuldvraagomkering zien van de eerste orde. ‘Had je maar niet van die korte rokjes aan moeten doen, meisje.’
Volgens politicoloog Julia Wouters, die een boek schreef over vrouwen in de politiek, roept Kaag ‘kortsluiting op in ons hoofd’, omdat ze niet is wat we van een vrouwelijke politicus verwachten. ‘Kaag is ambitieus, wil premier worden en is niet onder de indruk van Mark Rutte. We willen een moederfiguur zien. Iemand die de man-vrouwverhouding niet in twijfel trekt.’
Machtige vrouwen wekken vaak jaloezie, angst of op zijn minst ongemak, in plaats van bewondering. Vrouwelijke politici ontvangen stelselmatig meer haat dan hun mannelijke collega’s. Al sinds de zondeval belichaamt de vrouw het kwaad. Ben je niet de duivel, zoals Eva, dan wel een gevaarlijke verleidster zoals Cleopatra, een ijzeren dictator als Thatcher of simpelweg een arrogant meisje zoals Femke Halsema. Maar Kaag spant de kroon, zij is de belichaming van alle kwaad. Progressief, slim, zes talen sprekend en bovenal niet onder de indruk van verplasserij of intimidatie. Iets wat wij, net als de Romeinse bevolking van Shakespeare, maar moeilijk lijken te kunnen verdragen. Dus klinkt kritiek op haar bekakte uitspraak, haar Palestijnse echtgenoot en haar vermeende afstandelijkheid.
Nu dicht ik de bedachtzame Kaag meer wijsheid toe dan de impulsieve Coriolanus. Wie weet applaudisseert het Nederlandse publiek over een jaar of twee eindelijk voor de eerste vrouwelijke consul. En niet in een toneelstuk.