Ik ben bang dat ze eindigt als Els Borst. Het hoeft maar één keer mis te gaan.’ In een aangrijpend filmpje van College Tour waar minister van Financiën Sigrid Kaag te gast is, vrezen haar dochters voor het leven van hun moeder en hopen ze dat ze een andere baan neemt. Hun emotionele oproep raakte me diep. Een ijskoude vlaag trok door mijn lijf, waarna tranen volgden. Van boosheid, verdriet en onbehagen. Waar zijn we in vredenaam beland als we mensen die zich inzetten voor ons land zo terroriseren en bestoken met giftige haat? In een slechte dystopische B-film? In een armageddon waar het laatste beetje beschaving is verdwenen? Zijn we het ‘rijk in verval’ waarvoor CU-politicus Gert-Jan Segers waarschuwde bij zijn recente vertrek?
Als een van de meest bedreigde politici kan Kaag zonder beveiliging niet over straat. Continu wordt ze belaagd door onlinehaat. ‘Kuthoer, je krijgt een kogel door je hoofd.’ ‘Jij zult sterven aan mijn blote handen!’ ‘Gestapowijf, ze moeten je kaalscheren.’ ‘Stenigen tot je doodbloedt.’ Dit soort intimidatie, agressie en bedreigingen richting Kamerleden en ministers is verdubbeld, zo meldde het rechercheteam Bedreigde Politici deze week. Maar niet alleen politici zijn mikpunt van doodsbedreigingen en haat. Kinderboekenschrijver Pim Lammers moest onderduiken vanwege een hetze door rechtse toetsenbordhaatzaaiers. Middelbare scholieren van leerlingencomité Laks werden online met de dood bedreigd na een genderneutraal taaladvies.
Sociale media zijn verworden tot een digitale vuilstortplaats, waar de verontwaardigde, verveelde of verongelijkte mens ongegeneerd zijn drek dumpt zonder zich te bekommeren om de consequenties. Los van de psychologische schade voor het slachtoffer heeft het een desastreus effect op onze democratie. Jonge mensen, en zeker vrouwen, bedenken zich wel tien keer voor ze zich verkiesbaar stellen. En wie zich alsnog in de politieke arena waagt, doet regelmatig aan zelfcensuur uit angst voor agressie: je niet al te expliciet uitspreken, maar behoedzaam elk woord op een goudschaaltje wegen.
Volgens mediasocioloog Peter Vasterman moet de kentering echt van Twitter en Facebook komen. Hun verdienmodel is gebaseerd op algoritmes die polarisatie en ophef belonen, weet hij. “We zijn overgeleverd aan deze Amerikaanse techbedrijven die internationaal de dienst uitmaken. Er ligt voor hen een grote verantwoordelijkheid.” Ook reguliere media moeten zich afvragen waarom ze meewerken aan het groot maken van haat en ontmenselijking, door ophef op Twitter te verheffen tot ophef aan de talkshowtafel of in de krant.
Maar de belangrijkste rol ligt bij de politiek zelf. Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over polarisatie en schrijft dat mede toe aan de verruwing in de Tweede Kamer. Zolang politici zich meer bezighouden met voor-de-bühne-conflicten ten behoeve van schreeuwende krantenkoppen of Instagramfilmpjes met ‘virale potentie’, in plaats van het oplossingsgerichte inhoudelijk debat, zal het tij niet keren. Want, zoals oud-Bondskanselier Merkel het treffend verwoordde: ‘Taal is de voorloper van het handelen. Eens de taal de verkeerde kant is opgegaan, gaat ook het handelen zeer snel de verkeerde kant op. En dan is ook het geweld niet meer veraf.’
Op de noodkreet van Kaags dochters reageerde de Haagse politiek aangedaan. Terecht. Maar bij enkel politiek correcte verontwaardiging kan het niet blijven. De populistische profileringsdrang waaraan rechts én links zich schuldig maken, moet stoppen. Niet langer tweespalt zaaien voor media-gewin, maar op een respectvolle manier het inhoudelijke debat voeren. Dat vraagt om competente politici met verantwoordelijkheidsgevoel en een continu bewustzijn van hun eigen voorbeeldfunctie. Een goed rolmodel hebben ze al in huis. Nog wel.
Bron: De Volkskrant, 26 mei 2023