Ik maak me zorgen over Masons gezondheid’, zeg ik tegen de jonge vrouw. ‘Je zoon is vaak ziek en bij gym snel buiten adem. Hij is echt veel te zwaar.’ Ze kijkt me niet aan. We hebben dit gesprek vaker. ‘Maar hij snoept haast niet’, zegt ze. ‘En ik geef hem altijd fruitdrank mee naar school.’
‘Wist je niet dat die pakjes Wicky boordevol suiker zitten?’, vraag ik. ‘En dan drie! Water is beter.’ Wie ben ik eigenlijk om deze alleenstaande moeder met drie kinderen zo moederlijk toe te spreken? Gezond eten is een luxe die ze zich domweg niet kan permitteren, met haar slechtbetaalde baan als schoonmaker. Pizza’s of pannenkoeken met een glas cola zijn tenminste nog betaalbaar.
Bijna één op de drie Nederlanders eet door de hoge inflatie ongezond. Met alle gevolgen van dien. Volgens het CBS kampt inmiddels meer dan de helft van de volwassenen met overgewicht, vooral degenen met een laag inkomen. Hun kinderen lijden drie keer zo vaak aan obesitas. De gevolgen zijn niet mals. Nog afgezien van het lichamelijke leed, worden kinderen met overgewicht vaker geconfronteerd met pesten. En op latere leeftijd hebben ze een grote kans op ernstige ziektes.
Het is een pijnlijke constatering op Wereld Obesitas Dag. De gezondheidskloof, een-op-een zichtbaar in mijn klaslokaal. Ongezond leven wordt makkelijk afgedaan als een teken van individuele zwakte. In plaats van het te zien als een systemisch probleem. De combinatie van individuele aanleg en sociale ongelijkheid, met op elke straathoek fastfood dat je toeschreeuwt: eet mij, koop mij. Schappen vol snacks en energydrinks bomvol toegevoegde suikers, zout en vet. Zo bewerkt dat onze oerdrang om nooit honger te hoeven lijden er niet tegen is opgewassen.
Waarom? Voor de winst van de voedselindustrie? Of menen we dat onszelf doodeten met junkfood een grondrecht is? Je kunt als samenleving ook anders kiezen. Opeenvolgende staatssecretarissen maakten met de voedselproducenten afspraken via het Nationaal Preventieakkoord. Een suikertaks, lagere btw op gezonde producten en stoppen met kindermarketing, het stond er allemaal in. Alleen schiet het niet erg op met die goede voornemens, zo concludeert de Alliantie Voeding voor de Gezonde Generatie. Ongezonde producten liggen prominent in supermarkten. In de reclameaanbiedingen valt ruim 80 procent van de producten buiten de schijf van vijf.
De voedingsindustrie reageert als door een wesp gestoken: ‘Het rapport is niet volledig.’ Voor de hand liggende reacties. ‘Onze lifestylecoach-app staat er niet in’ en ‘steeds meer producten hebben een Nutri-Score, een voedselkeuze-logo.’ Een logo, tsja. Volgens hoogleraar marktkunde en consumentengedrag Hans van Trijp is er geen bewijs dat consumenten dankzij voedselkeuze-logo’s daadwerkelijk gezondere producten kopen. Precies zoals de financiële sector lang dacht dat mensen hun gedrag zouden aanpassen als een bijsluiter ze waarschuwt voor de risico’s. Zoden aan de dijk zette het niet. De mens neigt naar wat op korte termijn bevredigt en niet naar wat op lange termijn goed is.
Wat wél direct effect sorteert, is de prijs. Maak gezonde producten goedkoop en belast de slechte voeding fiscaal. Koppel daar een wettelijke zorgplicht aan. Aanbieders mogen alleen voedsel verkopen dat zowel op korte als op lange termijn geen schade berokkent. We kunnen ze hun verantwoordelijkheid niet langer laten afschuiven door zich te beroepen op bijsluiters, kleine lettertjes of een ‘keurmerk’.
In de financiële sector was een woekerpolisaffaire noodzakelijk voor verandering. Hoeveel meer kinderen met overgewicht zijn er nog nodig voordat de voedselindustrie stopt met de verkoop en marketing van woekervoedsel? Een obesitascrisis is dichterbij dan we denken.