
Schroeder is failliet. Niet te geloven. Met zijn zeven kringloopwinkels, vijf buurthuizen en een weggeefwinkel is Schroeder van der Kolk een begrip in Den Haag. Al 102 jaar. Wie heeft er niet zijn verweesde spulletjes afgeleverd of een tweedehands koopje op de kop getikt? Kerstverlichting, de Sprookjes van Grimm, soldeerapparaten, een gereedschapskist, een wereldbol met werkend lampje: mijn klaslokaal staat vol met tweedekansspulletjes van Schroeder.
Bij mijn eerste bezoek was ik meteen verliefd op de zorgvuldig ingerichte winkel, het toegewijde personeel en de leestafel met koffie voor buurtgenoten op zoek naar een praatje. Een kleurrijke bezoekersschare. Van de twintiger die op zichzelf gaat wonen, de alleenstaande bijstandsmoeder, de Poolse arbeidsmigrant met een krappe beurs tot de idealist die haar voetafdruk klein wil houden.
Pas later besefte ik dat de kringloopwinkel niet alleen voor spullen maar juist voor mensen een toekomst biedt – én een thuis. Mensen die vaak buiten de boot vallen – bijvoorbeeld doordat ze een lichamelijke beperking hebben of door psychische problemen op straat belanden – vinden er zinvol werk. Ze horen ergens bij; hun eigenwaarde groeit.
‘Dat was mijn redding’, vertelde Patrick Breuker (23) onlangs aan de Volkskrant. ‘Ik zat al jaren thuis, aangezien ik ontslagen was bij mijn vorige baan en verslaafd was aan wiet en hasj.’ Zijn doel is een vaste baan, als beveiliger. ‘Maar eerst moet ik hier nog dingen leren. Zoals beter leren communiceren.’
Met het sluiten van Schroeder verliezen meer dan driehonderd mensen hun kans op werk en een betekenisvolle plek in de maatschappij. Ruim tienduizend bezoekers van de buurthuizen raken hun ontmoetingsplek kwijt. En daarmee structuur, begeleiding en sociale contacten. Met een levensgroot risico op vereenzaming, verwaarlozing of (weer) op straat te belanden.
Volgens psychiater Niels Mulder krijgen in Nederland zo’n twintig- tot dertigduizend mensen – veelal met ernstige depressies, psychose, verslaving of dementie – te weinig hulp. In het versnipperde zorglandschap vallen ze tussen wal en schip. Ze veroorzaken soms overlast, in uitzonderlijke gevallen vormen ze een gevaar – voor anderen, maar meestal voor zichzelf.
Vorige week luidden burgemeesters al de noodklok, woensdag riep de Kamer collectief op tot actie. En toch informeerde de Haagse burgemeester Jan van Zanen, nog geen kilometer verderop, de gemeenteraad over het besluit om Schroeder, dat in zwaar weer kwam door hogere (energie)kosten en een verloren aanbesteding, niet te steunen.
Van de collegebrief krijg je tranen in je ogen. De gemeente zegt het faillissement te betreuren, maar wil nu vooral op zoek gaan naar partijen die ‘de activiteiten in de geest van de bedoeling van Schroeder willen voortzetten’ – wat dat ook moge betekenen. Ondertussen helpt ze graag met de rompslomp van een UWV-uitkering.
Huh? Dus wel tijd, geld en energie voor ‘andere partijen’ en papierwerk, maar niet voor het reddingsplan van Schroeders interim-directeur Pauline van Schie?
‘Juridische risico’s’, ‘rechtmatigheidsprobleem’, ‘de-minimisregeling’, ’ongeoorloofde staatsteun’. In vijf pagina’s bangmakend proza wordt de eerder zo bewierookte ‘geest van Schroeder’ door de gemeente ingeruild voor de ‘letter van de wet.’ Menig multinational zou er met zijn legertje Zuidas-advocaten gehakt van maken, maar probeer je daar als arme, kleine lokale non-profitorganisatie maar eens tegen te verweren.
‘Hebben we er alles aan gedaan als gemeente?’, schrijft het college aan het eind van zijn brief. Een retorische vraag natuurlijk. Want hoeveel mensen er ook op straat belanden, zolang de papieren procedures gevolgd zijn, blijft het straatje van bange bestuurders keurig schoon.
Bron: De Volkskrant, 31 mei 2025