‘Zei je wat?’ Enigszins verdwaasd druk ik de pauzeknop in op de podcast-app. ‘Of je nóg een bakkie wilt?’ Jenna, de eigenaresse van de koffietent bij mij om de hoek, wijst naar mijn lege espressokopje.
Sinds vorige week het strafproces tegen politicus Richard de Mos begon, ben ik in de ban van de corruptiezaak. Elk vrij uurtje scan ik kranten en nieuwszenders. Of luister ik met rode oortjes naar de podcast O, o, De Mos van AD-journalist Niels Klaassen. Over hoe een volksjongen dankzij zijn neusje voor soundbites, een feilloos gevoel voor de onderbuik en ‘een beetje hulp van wat bevriende ondernemers’ van zijn eenmansfractie de grootste partij van de Hofstad maakte en pardoes in het stadsbestuur belandde. Tot hij door de rijksrecherche van zijn bed werd gelicht.
Het 15.000 pagina’s dikke bewijsdossier van het OM, vol belastende mailtjes en afgeluisterde telefoongesprekken, liegt er niet om. Onder het mom van ‘ombudspolitiek’ zou De Mos een clubje lokale ondernemers hebben bevoorrecht, in ruil voor financiële steun. Met hun ‘onzichtbare plek dicht bij het vuur’, zoals ze het zelf noemden, kregen zij vertrouwelijke informatie over vastgoedprojecten, nachtontheffingen voor horecazaken en andere vergunningstrajecten. Eén daarvan was die voor een terras voor een eetcafé bij mij om de hoek, tegenover het koffietentje van Jenna. Terwijl zij al jaren knokt voor een kleine terrasuitbreiding, had het eetcafé van de ene dag op de andere een groot houten terras, op parkeerplaatsen. De eigenaar van het eetcafé: een van De Mos’ grootste geldschieters.
Volgens De Mos zelf heeft hij altijd binnen de lijntjes gekleurd. De belastende teksten van zijn bevriende ondernemers over ‘hun mannetje in het stadhuis, in hun handen’ zijn volgens de oud-wethouder uit hun verband gerukt. ‘Waarom mag ik niet opkomen voor de individuele belangen van burgers en bedrijven die worden platgewalst door de gemeentelijke regeltjesbulldozer?’, aldus De Mos. ‘Ik ben benaderbaar, altijd bereikbaar.’ Sympathieke ombudspolitiek of criminele vriendjespolitiek? De rechter zal daarover moeten oordelen.
Terwijl De Mos in de rechtszaal er vrolijk op los twittert voor zijn achterban, meldt Transparancy International dat Nederland is gezakt op de jaarlijkse corruptieranglijst: te weinig toezicht op lobbyisten. Volgens hoogleraar bestuurskunde Caelesta Braun is ‘belangenvertegenwoordiging een cruciale levensader voor elk democratisch politiek systeem, maar leidt het tegelijkertijd regelmatig tot uitwassen die juist indruisen tegen de principes van een representatieve democratie.’ Corruptiezaken zoals die van Van Rey in Limburg en De Mos in Den Haag, of Qatargate in het Europees Parlement, springen direct in het oog. Minder opvallend zijn de risico’s van lobbyorganisaties die achter de schermen Kamerleden influisteren, hen ‘werk uit handen nemen’ en zelfs letterlijk Kamervragen, moties en amendementen voor hen schrijven.
Het ontbreken van een afkoelingsperiode voor parlementariërs die de politiek vaarwel zeggen, helpt ook niet. Het recente lobbyverbod van twee jaar geldt nu alleen voor bewindspersonen, terwijl veel Kamerleden na hun Kamerlidmaatschap lobbyist worden, volgens sommige bronnen zelfs 50 procent. Zo maakte defensiewoordvoerder Knops deze week nog bekend bestuursvoorzitter te worden voor een defensielobbyclub. Kamerleden laten zich vaak voorstaan op hun morele kompas, maar het toestaan van dergelijke draaideurpolitiek toont de boter op het hoofd van diezelfde Tweede Kamer.
‘Hoe staat het met jullie terras?’ vraag ik Jenna als ze de koffie neerzet. ‘Begin er niet over. De ambtenaren hebben elke keer weer een nieuwe eis.’ Door het raam kijk ik naar het restaurant van de vriend van De Mos. Met terras. Voordeeltje van ‘ombudspolitiek.’