Column in De Volkskrant, 5 januari 2024

Column in de volkskrant

Zachtgele linzensoep, geitenkaas met kruiden, zwarte olijven, lamsgehaktballetjes met aardappelen in tomatensaus, zelfgemaakte yoghurtdrank van melk van de koe van de buren en brood in alle kleuren en maten. Op de lage tafel voor ons staat een diner zoals we zelden zagen. Mijn moeder en ik zijn te gast bij Berat en Feyza. Als onderdeel van onze treinreis door Turkije zijn we neergestreken in Van, een stad in het zuidoosten van Turkije, grenzend aan Iran. Het stel woont er met hun 13-jarige dochter Zeynep, hun oudste twee zonen zijn inmiddels het huis uit. Yigit studeert lucht-en ruimtevaarttechniek in Ankara, Emre tandheelkunde.

Terwijl Feyza ons glas nog eens bijvult met thee, verrast onze gastheer ons met een vraag van een heel andere orde: ‘Kennen jullie Orhan Pamuk?’ ‘Natuurlijk kennen we die!’, antwoord ik, en wil hem vertellen dat romans van de Turkse schrijver ook in Nederland veelgelezen zijn. Maar dan begint Berat zich plotseling uitgebreid te verontschuldigen. ‘Excuses als ik soms niet goed te verstaan ben’, zegt hij. ‘Ik slis ook zo. Gelukkig wordt Emre tandarts’, waarop hij met een brede lach de de boosdoener toont: drie ontbrekende voortanden. Ook bij Feyza spotte ik al een gat tussen haar tanden.

Zou geldgebrek de reden zijn dat ze beiden kampen met gebitsproblemen? Het gezin heeft het overduidelijk niet breed. Berat werkt als kok én gids en daarnaast verhuren ze de slaapkamer van hun 13-jarige dochter aan toeristen zoals wij, terwijl de rest van de familie in de woonkamer slaapt.

De keuze tussen boodschappen of een bezoek aan de tandarts is snel gemaakt als je weinig geld hebt. In Nederland mijdt al zo’n 12 procent van de mensen met lagere inkomens de tandarts. Dat percentage zal hier in Turkije, waar de inflatie sinds 2001 nog nooit zo hoog was, ongetwijfeld nog veel forser zijn.

‘Kijk’, zeg ik, terwijl ik Pamuks roman Sneeuw uit mijn tas gris. Berats ogen beginnen te glimmen. ‘Boeken openen je wereld’, zegt hij. ‘Helaas lezen Turken erg weinig.’

Direct na de basisschool begon hij als afwasser in het visrestaurant waar hij nu chef-kok is. ‘Tussendoor heb ik altijd gelezen’, zegt hij. ‘Daardoor heb ik veel geleerd over andere culturen, geschiedenis en filosofie.’ Stapels boeken verslond hij. Niet alleen Turkse, maar ook Engelstalige literatuur. Elk woord dat hij niet kende, zocht hij op. ‘Lezen zou verplicht moeten zijn op school’, zegt hij. ‘Lezen is denken met andermans hoofd.’

Na het eten neemt dochter Zeynep plaats naast ons op de bank. Op haar schoot een grote stapel schoolboeken. Tegenover haar zit Feyza, met in haar hand een lijst. Nauwgezet controleert ze of Zeynep alle huiswerkopgaven voor morgen af heeft. ‘Over vijf maanden heeft Zeynep een belangrijk examen’, zegt Feyza. ‘Ze wil in Ankara geneeskunde studeren aan de beste universiteit van het land. Maar dan moet ze wel hoge cijfers hebben.’ Trots vertelt ze dat haar dochter de beste van de school is in wiskunde, maar dat ook moet blijven.

Na haar eindexamen zal het hele gezin naar Ankara meeverhuizen, is het plan, waar ze dan gaan wonen in Yigits huis. Hij zal dan terugkeren naar Van, samen met zijn vrouw, die dokter is. Als Zeynep dan klaar is keren ook Berat en Feyza terug naar de regio. ‘Dan hebben alledrie onze kinderen een diploma van de universiteit’, zegt Berat verguld. ‘De garantie voor een goede toekomst.’

Bron: De Volkskrant, 5 januari 2025