Column in De Volkskrant, 6 april 2024

Opeens was het er weer: het beladen l-woord. Jarenlang de legitimatie om er in Groningen vrolijk op los te pompen, maar sinds de genadeloze conclusies van de Enquêtecommissie Aardgaswinning angstvallig vermeden. Tot een VVD-senator deze week het woord weer uitsprak: ‘leveringszekerheid’. Onbegrip en woede alom.

Terwijl de geschrokken senator het ‘misverstand’ vakkundig wegpoetste, doemde een paar kilometer verderop het schrikbeeld van donkere dagen in de kou weer op. Als mijn cliënt gehouden wordt aan een 45 procent CO2-uitstootreductie, zo waarschuwde Shells nieuwe hoofdadvocaat tijdens het hoger beroep in de klimaatzaak van Milieudefensie, dan komt de energiezekerheid in het geding. ‘En dat heeft gevolgen voor het draagvlak onder de bevolking voor de energietransitie.’

Kijk aan, een wereldconcern met een omzet van 323 miljard dollar, dat zich zorgen maakt over draagvlak onder de bevolking. Maakt deze fossielgigant zich net zoveel zorgen over het klimaat?

Daar draait het in de kern om: wat is je verantwoordelijkheid voor de door jouw producten veroorzaakte klimaatschade, als bedrijf met een spilfunctie in ’s werelds energievoorziening? Geen, zegt Shell. En de rechter mag ons die verantwoordelijkheid ook niet opleggen, dat is een overheidstaak. Daarbij, het is oneerlijk. Dat klanten te veel benzine, aardgas, olie en kerosine gebruiken, daar kan Shell toch niets aan doen? Deze als Calimero vermomde wereldspeler is veel te klein om dit wereldprobleem op te lossen, zo wil de Shell-advocaat doen geloven.

Maar intussen wel goede sier maken met zogenaamde groene goeddoenerij. Ook in de rechtszaal was het een grote Shell-feelgoodshow, compleet met promofilmpje vol sfeerbeelden van biokerosineraffinaderijen, laadpalen, windmolens en blijmoedig, wereldverbeterend personeel. Je zou er als kijker bijna ontroerd door raken. Zoveel goede bedoelingen.

Mijn Delftse oud-studiegenoot mijnbouwkunde en petroleumwinning, die al dertig jaar voor Shell werkt, gruwelt ervan. ‘Bakken met geld verdienen aan fossiel en je dan groen voordoen, als schaamlap voor je weigerachtigheid om werkelijk verantwoordelijkheid te nemen. Wat Shell investeert in groene energie, is een druppel op een gloeiende plaat.’

Hij heeft gelijk: Shell pronkt met 4 miljard dollar investering in duurzame energie, terwijl 26 van de 40 miljard dollar winst in aandeelhouderszakken verdwijnt. Dat is het ware gezicht van ceo Wael Sawan, die recentelijk het mes zette in Shells groene ambities. ‘Sawan gaat vol voor fossiel. Voor hem telt maar één value: shareholder value’, vertelt mijn studiegenoot. Om die reden schaarde hij zich net als duizend andere Shellwerknemers achter twee collega’s die vorig najaar een ongewoon kritische, open brief plaatsten op Shells intranet, waarin ze Sawan een gebrek aan leiderschap in de energietransitie verweten. Ook ex-medewerkers roerden zich. Onlangs nog in Trouw: ‘Bedrijven als Shell staan aan het roer. Als zij niet bijsturen, wie dan wel?’

Windowdressing en selectief winkelen wanneer het gaat om verantwoordelijkheden. Nee, geloofwaardiger zijn de groene intenties van het olieconcern er de afgelopen dagen niet op geworden. Sawan zal het weinig deren. Zolang de olie- en gasprijzen door het plafond gaan en de aandeelhouder kan rekenen op nog meer smerig geld in het laatje, blijft Shell pompen, tot de laatste drup. Voor de Groningers is het hopen dat de Eerste Kamer dinsdag de Nederlandse gaskraan durft dicht te draaien. Shell en vriendje ExxonMobil zijn de volgende rechtszaak al gestart. Een arbitragezaak tegen de Nederlandse staat wegens gederfde inkomsten. Want ook gas dat in de grond blijft, is een lucratief verdienmodel.

Bron: De Volkskrant, 6 april 2024