Column in De Volkskrant van 2 september 2022

Nu klaslokalen, kantoortuinen en thuiswerkplekken weer volstromen, kunnen ook de Tweede Kamer en de Trêveszaal rekenen op een volle bezetting. Het parlement keert dinsdag terug, de ministerraad is al aan het werk. Hoe verloopt zo’n eerste ministerraad na het zomerreces?, vroeg ik me af toen ik de dames en heren met gebruinde en bebaarde koppen het Binnenhof op zag lopen.

Zou Mark Rutte – ondanks de tsunami aan probleemdossiers – opgewekt bij de deur van de Trêveszaal staan? Goedgemutst zijn ministers knipogend met boks of elleboog welkom hetend? Zou hij ze minzaam herinneren aan de – door de lange, warme zomermaanden diep in het brein weggezakte – regels in het kabinet? ‘Hugo, vergeet niet je jas aan het haakje te hangen. En die schoenen moeten ook uit, dat weet je best. Ja Rob, straks mag je vertellen over je bokslessen in Kroatië.’

Ik zie ze stuk voor stuk binnenkomen. Sigrid met haar lichtblauwe Frozen-rugzak, bijbehorend etui en spiksplinternieuwe rekenmachine: ‘Ik hoop dat ik niet meer naast Wopke hoef te zitten.’ Wopke is dit keer verkleed als zeerover. ‘Hi guys, vinden jullie mijn baard niet supercool? Hij is echt hoor!’ Christiane, Carola, Dennis, Robbert, Kajsa, allemaal zijn ze er weer. Verwachtingsvol zien ze uit naar wat meester Mark in petto heeft deze eerste weken na de vakantie.

In het onderwijs heten ze de Gouden Weken. Omdat juist die eerste weken zo bepalend zijn voor de rest van het jaar. Leerlingen verkennen de leraar, de regels en elkaar. Wordt de klas een goed samenwerkende groep? Of een waaraan de leraar het hele jaar zijn handen vol heeft met het herstellen van orde, waardoor kinderen niet tot leren komen?

‘Wen er maar vast aan, zo gaat het elk jaar’, zegt mijn collega als ik na een uitputtende eerste schoolweek vraag of het normaal is dat mijn leerlingen zelfs de meest basale regels lijken te zijn vergeten. ‘Hier, lees dit maar.’ Hij drukt een boekje in mijn hand. Tips voor een gouden start: ‘Zorg dat je gezamenlijk een duidelijk groepsdoel formuleert met gedragsafspraken waaraan je elkaar houdt. Werk vanaf het begin stelselmatig aan onderlinge sociale verbondenheid.’ Grappig, dat komt me bekend voor. Uit een eerder leven. Werkt dat ook voor kinderen?

Jazeker! Als ik de volgende schooldag vraag wat ‘een fijne klas’ voor hen betekent, wordt er driftig overlegd. ‘Een fijne klas is respectvol en lief zijn voor elkaar’, zegt Luna. ‘Met aandacht en interesse’, voegt Janus toe. En zo gaat het een tijdje door. Als ik de stille Danae vraag wat haar idee is van een fijne groep, fluistert ze: ‘Iedereen is anders, maar samen zijn we een.’ Ik zie instemmend geknik. Ons groepsdoel is geboren.

Hoe gaat dit bij Rutte en zijn ploeg? Zou hij in deze ‘gouden weken’ in elke ministerraad stilstaan bij hoe ze als groep willen functioneren? Houden ze elkaar ook aan de afspraken? Ik hoop dat ze inzien dat een soepel draaiend, eensgezind team dat gezamenlijk de lijst aan crises trotseert, veel effectiever is dan weer een ad-hoczak met miljarden droppen. Dat het oplossen van de grote vraagstukken een kabinet vraagt dat meer is dan een verzameling individuen die politieke dealtjes smeden.

Maar ik betwijfel het. En zo dreigt het gevaar dat die eerste, gouden weken wel eens de laatste weken kunnen worden. Daar zit een land vol crises niet op te wachten.

Bron: De Volkskrant