‘Open allemaal je werkboek op bladzijde 36.’ Normaal gesproken hoef ik het niet eens te vragen. Dan hebben de kinderen zelf hun schriftjes al op de juiste pagina opengeslagen. Dit keer niet. ‘Juf, we zijn helemaal niet bij les 13’, roept Joshua verontwaardigd. Ook Jip, die naast hem zit, begint te mopperen. Bladzijden gaan heen en weer. Geroezemoes vult het klaslokaal.
De schooldag begon zo goed. Tien jongetjes in opperste concentratie, aan tien keurig opgeruimde tafeltjes. IJverig lerend, op vaste tijden, in een vast patroon. Lezen, rekenen, taal. Pauze. Geschiedenis en gym. Rust, reinheid en regelmaat, o zo belangrijk in het onderwijs, zeker in het speciale.
Maar dan slaat bij spelling de onrust toe. Ik kijk nog een keer in het rooster. Het staat er toch echt: les 13. Driftig zoek ik in het lesboek, check het digibord en kijk weer in mijn rooster. Het is de les die ik heb voorbereid. Hoe kan dit nu?
Joshua kijkt inmiddels als een angstig konijntje in een koplamp. Plots barst hij in huilen uit. ‘Juf ik ben bang, ik weet het niet meer.’ In mijn ooghoek zie ik Pascals beruchte blik. Als hij nu gaat krijsen, weet ik waar het eindigt. Met Jarek die in blinde paniek de klas uit rent. En Pascal die pas uren later weer tot bedaren komt.
Verdorie, waarom kunnen ze niet gewoon even geduldig wachten? Net als ik de klas bestraffend wil toespreken, besef ik dat het niet aan de kinderen ligt. Ík ben het probleem. Ik moet zorgen voor duidelijkheid en voorspelbaarheid voor mijn leerlingen in deze toch al zo onoverzichtelijke coronawereld. Dan herinner ik me de goede raad van een collega. Als je even het overzicht mist, leg de les stil, erken je fout en benoem wat je doet. Dus zeg ik kordaat: ‘Sorry jongens, ik maak er een rommeltje van. Maar wees gerust, ik ga het oplossen. Leg je pen neer, doe je boek dicht, pak je leesboek uit je laatje en ga stil lezen. Intussen zoek ik de juiste spellingles voor vandaag.’ De getergde blik verdwijnt van Joshua’s gezicht en Pascals gekrijs blijft uit. De stress verlaat het klaslokaal, de rust keert terug. Niet veel later kan de spellingles beginnen.
Dat ging maar net goed, bedenk ik opgelucht. Stel je voor dat, naast mijn warrige start van de spellingles, directeur Marloes had bedacht om vandaag ook in de klas te komen vertellen dat de pietengymles misschien niet doorgaat. Dat, in tegenstelling tot wat ze eerder zei, we tóch alle tafeltjes op 1,5 meter afstand uit elkaar moeten zetten. Dat ze even tussen neus en lippen door zou zeggen dat je wel gewoon naar Bart Smit mag op Black Friday, maar dat de Sinterklaasviering naar alle waarschijnlijkheid vervalt. En dat zij ook niet weet waarom conciërge Rik, intern begeleider Bettine en de andere leden van haar operationeel managementteam in het schoolkrantje iets heel anders beweerden. Dan zou de onrust in mijn klas niet meer te overzien zijn geweest. Gelukkig kennen directeur Marloes en haar teamleden het belang van rust, reinheid en regelmaat. 3R, zeker in deze onvoorspelbare, onnavolgbare tijden.
Zij wel. Maar van hoeveel onrust en ontregeling moet er in Nederland sprake zijn voordat die wijze, eeuwenoude 3R-les van Florence Nightingale eindelijk ook eens bij meester Rutte, conciërge De Jonge en intern begeleiders Gommers en Van Dissel doordringt?
Bron: De Volkskrant