‘Neee, nee!’, een ijzingwekkende schreeuw door het muisstille klaslokaal. Verschrikt kijken tien jongens op van hun schriften. Vliegensvlug grijpen handen naar een geluidwerende koptelefoon. Een enkeling vlucht naar buiten.
De bron van het oorverdovende gegil is Jessey. Sinds kort zit hij in mijn klas. Voor halve dagen, meer kan hij na een jaar thuiszitten nog niet aan. Een nieuw gezicht, een ander dagprogramma dan normaal, een pennenbakje dat door de schoonmaak op de linkerhoek van zijn tafeltje is teruggeplaatst. Of zoals nu, een omgevallen beker water: bij Jessey leidt het al snel tot blinde paniek.
‘Sst, stil maar Jessey’, fluister ik, terwijl ik mijn armen stevig om zijn hevig schokkende lijfje sla. ‘Sst, stil maar, alles komt goed.’ Zachtjes streel ik zijn lange bruine krullen. Niet veel later is de angst uit zijn ogen verdwenen. Het gegil is gestopt. De storm is voorbij.
Voor even.
‘Misschien heeft Jessey baat bij een shadow’, oppert de orthopedagoog van onze school. Wees gerust, u bent vast niet de enige die de benaming niet kent voor een individuele begeleider die als een soort schaduw naast een kind in de klas zit om extra steun en structuur te bieden. ‘Ik ken nog een topper met heel veel ervaring’, vertel ik mijn collega. ‘Zal ik polsen of hij tijd heeft?’
‘Bespaar je de moeite’, zegt zij. ‘Wij kunnen als school niet zomaar een shadow aannemen.’
Dat kan alleen via het inkoopcontract van het zogenaamde Onderwijs Jeugdhulp Arrangement (OJA), waarbij gekozen moet worden uit vaste aanbieders.
Met de intrede van de marktwerking in de jeugdzorg kwam ook de verplichting tot aanbesteden. Het aantal commerciële partijen dat een graantje wilde meepikken van deze door de overheid geëntameerde groeimarkt explodeerde. Net als de bedrijfswinsten. Goedkope arbeidskrachten inzetten tegen een hoog tarief, verkoop van duurdere specialistische hulp als het niet nodig is, bezuinigen op opleiding en begeleiding: het zijn bekende trucs om na een gewonnen aanbesteding de kosten laag en de omzet hoog te houden. Met als gevolg een focus op eenvoudige, lichte zorg en lagere kwaliteit. Of zelfs een compleet gebrek aan de juiste zorg voor de klant met complexere problemen, waaronder kwetsbare kinderen zoals Jessey.
‘Hi, ik ben Lieske, de shadow voor Jessey.’ Verlegen staart de jonge vrouw naar haar felgekleurde sneakers.
‘Vertel eens over jouw ervaring met de begeleiding van kinderen’, zeg ik.
Even blijft het stil. ‘Eerlijk gezegd is dit het eerste kind dat ik ga begeleiden. Ik studeer gezondheidswetenschappen en zocht een bijbaantje voor twee dagen per week.’
‘Wel ervaring met autisme?’ Ze schudt van nee.
‘Kennis erover?’ Rode vlekken verschijnen in haar nek.
‘Ben je wel ingewerkt?’ Ook niet.
Het zorgbedrijf dat de aanbesteding won, blijkt alleen met studenten te werken. En Lieske was de enige die beschikbaar was.
Het arme kind, denk ik, als Jessey het even later op een gillen zet en Lieske als een bang konijntje in de koplampen staart. Gelukkig zijn er voor haar bijbaantjes genoeg in Den Haag. Maar voor Jessey lost het niets op. Ik vrees dat hij zonder capabele shadow binnenkort weer thuis zit. Dankzij die vermaledijde marktwerking.