‘Juf, waarom worden uw oogjes steeds kleiner aan het einde van de dag?’ vraagt Pim met een bezorgde blik, vlak voor hij het taxibusje instapt. ‘Dat komt vast omdat zij min 10 heeft’, zegt zijn vriendje Jamal, die zich de details over mijn bijziendheid nog haarscherp herinnert. Pim twijfelt. Dat kan het niet zijn, zie ik hem denken terwijl het taxibusje wegrijdt.
Langzaam slenter ik terug naar het klaslokaal. Het is kwart over drie. De zon schijnt over het verlaten schoolplein. Wat zou ik graag hier even lekker rustig zitten, gewoon even helemaal niets. Helaas, binnen schreeuwt een berg actiepunten om mijn onverdeelde aandacht. Eerst ouders bellen, daarna de dag evalueren en nakijkwerk bespreken met onderwijsassistent Sophie. Plus natuurlijk nog alles vastleggen in het leerlingvolgsysteem.
Om vier uur een vergadering met de leraren van de middenbouw over een nieuwe lesmethode voor wereldoriëntatie. Daarna de lessen voor morgen voorbereiden: taal, rekenen, natuur & techniek, sociaal emotionele ontwikkeling, begrijpend lezen en schrijven. Voor die les kunstzinnige vorming vind ik hopelijk morgen tijdens de gymles nog een gaatje. Ik moet ook nog individuele ontwikkelplannen schrijven, voor de maatwerklessen voor de kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. Resteren nog de oudergesprekken voor morgen die voorbereiding vragen.
Leraarschap is allesbehalve het luizenleventje met eindeloze vakanties waarover nogal eens meesmuilend wordt gesproken. Het is een prachtig en betekenisvol vak, maar wel eentje met te veel taken, te weinig zelfbeschikking, te hoge maatschappelijke verwachtingen en te weinig ondersteuning. De werkdruk in het onderwijs is al jaren onverminderd hoog. Meer dan 1 op de vier leraren kampt met burn-out klachten.
Ook in andere sectoren en zelfs in de Tweede Kamer is werkdruk een steeds groter maatschappelijk probleem. Kamervoorzitter Bergkamp pleitte onlangs voor psychologen voor Kamerleden. CNV voor een 30-urige werkweek. Symptoombestrijding of een oplossing? Wellicht het laatste. Tenminste als we onze obsessie voor efficiency en de drang om uit elke minuut van de dag zoveel mogelijk prestaties te persen, kunnen loslaten en niet in minder uren hetzelfde werk proberen te proppen.
Eenmaal terug in mijn klaslokaal bel ik de moeder van Pim en vertel haar over de drie kwartier durende huilbui van haar ontroostbare zoon die vandaag de hele school kippenvel bezorgde. ‘Mijn hoofd zit zo ontzettend vol’, snikte het jongetje hartverscheurend tijdens de taalles na de grote pauze. ‘Ik stroom over!’
Door Pims tranen besefte ik weer dat we in Nederland onze kinderen onderwerpen aan veel verplichte onderwijsuren. Ruim boven het EU en OESO gemiddelde. Terwijl het causale verband tussen meer onderwijsuren en betere leerresultaten op zijn best zwak is. En dan te bedenken dat kinderen in het speciaal onderwijs vaak nog drie kwartier of een uur onderweg zijn tussen huis en school. Een ‘schoolweek’ loopt zo zomaar op tot 42,5 uur en dat voor een kind van negen.
Hoogste tijd dus om onze kinderen minder overuren te laten draaien. Dan is Pims hoofd niet meer zo vol en wie weet zijn mijn oogjes aan het eind van de dag ook niet meer zo klein. Oh, en het scheelt ook nog eens een hoop psychologen.
Bron: de Volkskrant